Kortgeleden raakte ik betrokken in een Facebook discussie. Vaak erg waardevolle discussies. In deze discussie bracht een collega zijn praktijkcasus in rondom (uiteraard zou ik zeggen) de behandelindex.

Eerst wat voorinformatie: De CZ behandelindex van deze collega was gemiddeld 102 over 2014/15 en 2016 (100 is de norm). Voor 2017 krijgt hij een niet aangekondigde strafkorting, lees – lager tarief – in zijn maag gesplitst. Er was dan ineens ook een substantiële overschrijding in 2015. Zonder enige vorm van inzage hoe CZ aan dit oordeel komt. Nooit is aan de collega een vraag gesteld in 2015 noch in 2016.

De collega wijst zijn patiënten op dit fenomeen. Een van zijn patiënten schrijft naar CZ over deze vreemde situatie. De patiënt deelt de mailreactie van CZ. Het mailtje begint al goed. Citaat: “CZ gebruikt de behandelindex om behandelaars inzicht te geven in het zinnig en zuinig handelen van de praktijk.”

De arrogantie in het kwadraat (Arrogantie²) toch? We worden geleerd/geholpen wat zinnig is. Je hebt 4 jaar opleiding en vaak ook nog een aanvullende specialisatie op het gebied van het bewegen van mensen, maar gelukkig… De econometristen van de zorgverzekeraar helpen ons om te vertellen wat zinnig is. Het wordt al snel duidelijk. In een adem staat misschien wel het meest zure calvinistisch woord dat ik ken: zuinig. In die definitie is iets zinnig als het zuinig is. Het gaat natuurlijk niet om zuinig: het gaat om kostenbewust. Het verschil: soms maak je meer kosten fysiotherapie om bijvoorbeeld de veel hogere kosten in de tweede lijn te verlagen.

We lezen de mail verder. CZ stelt de vraag voor het gemak zelf. Citaat: “Wat kunt u, als verzekerde, van de behandelindex merken?” Het antwoord: “U mag hier niets van merken. Wij vinden het zeer ongewenst om de behandelindex leidend te laten zijn bij het behandelen… (en nog een keer) een fysiotherapeut dient altijd zinnige en zuinige zorg te verlenen.

CZ stelt zichzelf nog een vraag: “Kan het voorkomen dat u minder behandelingen krijgt dan waar u recht op heeft?” Het antwoord: “U hebt bij ons de aanvullende verzekering Plus afgesloten, waardoor u verzekerd bent voor de vergoeding van maximaal 18 behandelingen fysio- of oefentherapie…Wij dwingen de fysiotherapeuten niet om korter te behandelen of om zich te laten leiden door de behandelindex. Integendeel. Er moet altijd sprake zijn van een noodzaak tot behandelen. Of deze noodzaak tot behandelen er is, beslist uw fysiotherapeut. Zonder indicatie is er geen mogelijkheid voor vergoeding door CZ. Als uw fysiotherapeut u echt niet meer wilt behandelen maar er is nog wel een noodzaak tot doorbehandelen, dan vragen we u om dit aan onze Klantenservice door te geven. Wij zullen hier uw fysiotherapeut vervolgens op aanspreken.”

Ja u leest het antwoord goed. Het gaat om de collega die strafkorting krijgt omdat hij iets boven de behandelindex zit. In de tussentijd krijgen patiënten een heel ander antwoord. Diep triest. Patiënten krijgen niet alleen het oneerlijke antwoord, maar – nog erger – patiënten en fysiotherapeuten staan met deze vorm van communicatie recht tegenover elkaar. Een onrechtmatig en stinkende zaak.
Er is gelukkig veel ophef. Stop de behandelindex is populair en wordt veel gedeeld. Dit is goed, maar wat mij betreft niet het enige. De manier hoe patiënten oneigenlijk worden geïnformeerd vind ik eigenlijk ernstiger. We moeten dat met alle partijen zo niet willen.

Misschien een mooie richting voor 2017. Herstellen van vertrouwen in alle partijen die bij – in ons geval – de beweegzorg rondom de patiënt zijn betrokken met heldere en eerlijke communicatie.
Op een transparant(er) 2017!

Robert Hoogland