Op het moment van schrijven moeten we nog gaan stemmen voor de 3 nieuwe bestuursplaatsen. Ik merk dat het zittend bestuur van de vereniging omgaan met tegenkandidaten moeilijk vindt. Er wordt allerlei verdediging in stelling gebracht. Vaak is de reden dat de voorgedragen mensen vanuit het KNGF uitgebreid geselecteerd zijn. Dat is absoluut waar en die profielen van die kandidaten zijn uitermate sterk. Ik zou ze graag in mijn team hebben. Maar ja, het KNGF is geen bedrijf. Binnen een vereniging zijn de leden nu eenmaal het hoogste orgaan. Daar moet je mee omgaan ook al druist het volledig tegen je eigen visie in.

Deze ‘bestuursstrijd’ toont opnieuw aan wat ik al jaren zie toenemen. Een spagaat die eigenlijk steeds verder glijdt en onoplosbaar wordt. Door extreme eisen die praktijkhouders in de maag gesplitst kr ijgen en nu door deze verkiezingsstrijd wordt het voor mij klip en klaar: de enorme belangverschillen passen niet binnen één verenigingsstructuur.
Met loondienstverbanders (1e, 2 e en 3e lijns) in verschillende instellingen/organisaties en een groep praktijkhouders, laten we zeggen de onder nemer s, bereik je eigenlijk niemand echt en is er veel ontevredenheid. Loondienstverbanders vragen compleet andere onder steuning dan praktijkhouder s. Het verwijt wordt ook opgevoerd dat de tegenkandidaten teveel praktijkhouders zijn. Zij  ouden onvoldoende 2e en 3e lijnsbeleid gaan maken. Dat verwacht ik ook, maar sterker je moet het niet eens willen!

Werken aan je kracht maakt gelukkig, maar vraagt wel focus. Je ziet het in  e dagelijkse praktijk. Door toenemende administratiedruk krijgt je core business: behandelen en inhoudelijke ontwikkeling minder aandacht. Het wordt half – half. Daar wordt uiteindelijk iedereen ongelukkig van. Dat geldt ook voor besturen.

Er is een zeer beperkt aantal zaken die je prima overkoepelend kan regelen. Gezamenlijke zaken. Het belangr ijkst is wat mij betreft wetenschappelijke ontwikkeling al dan niet gekoppeld aan een opleidingsregister. Maar dat zou je ook prima kunnen regelen met een gezamenlijk fonds.

Ik zou graag verder kijken. Is het KNGF in de huidige structuur wel het best geëquipeerde orgaan voor de enorme veranderde en compleet tegenstrijdige belangen? De huidige structuur lijkt slecht aan te sluiten bij vrijwel iedere fysiotherapeut (loondienstverbander en/of praktijkeigenaar). Door alle verander ingen in vergoedingsstructuren lopen er veel onwetende consumenten rond. Is het KNGF wel voldoende in staat op de actualiteit in te spelen en communicatiecampagnes op te tuigen die consumenten echt raken en/of minstens praktijkhouders echt te onder steunen? Is een CAO nu wel een gezamenlijk belang?

Deze ‘strijd’ maakt mij hoofdvraag steeds pregnanter.Is het KNGF wel futureproof? Ik ben benieuwd naar uw antwoord!

– Robert Hoogland